De Zijderups





De zijderups eet de blaadjes van de moeibeiboom.
Zolang ze jong zijn krijgen ze de kleinere en zachtere blaadjes te eten, maar eenmaal wat ouder, komen daar de grotere blaadjes en zelfs takjes bij.


Zo leven ze ongeveer 35 dagen, afhankelijk van zijn soort, en hebben dan 7000 keer hun eigen gewicht erbij gegeten.


Het wonder van de zijde draad is een fascinerend gebeuren.
Het beestje produceert twee draden tegelijkertijd en met een soort lijm, sericin genaamd, dat uit zijn lijfje komt, weeft hij een cocon om zich heen, dat met die lijm goed vast blijft zitten.


In totaal maakt de zijderups 2000 meter draad, waarvan de eerste 500 meter van een matige kwaliteit is, de volgende 1000 meters zijn van uitmuntende kwaliteit, en de laatste 500 meter is weer wat minder.
Het verhaal gaat, dat hij in het begin nog wat moet oefenen, daarna een expert wordt en voor de laatste 500 meter, eigenlijk "alweer te moe is".


De twee gedeeltes van mindere kwaliteit worden gebruikt voor de Bourette zijde.
Wat het een bijna linnenachtige structuur geeft.
Maar toch 100% zijde is!

Van de goede gedeeltes van de draad wordt dan Pongé geweven of Crepe de Chine (de meest gangbare zijden stoffen) Maar ook de Chiffon en Jacquard kom je veel tegen. Elke manier van weven geeft een ander resultaat. En elke zijdesoort heeft zijn speciale manier van gebruik. De wat dikkere soorten zijn uitstekend voor kleding, terwijl de dunnere kwaliteiten zich goed lenen voor sjaals. Satijn wordt veel voor nachtkleding gebruikt en beddegoed, al zal het ook niet misstaan in een bruidsjurk (zie het verhaal over de zijde-route)


Recentelijk is er een mogelijkheid gevonden om voor het afhaspelen van de cocon, de rups niet meer te hoeven te doden. Het wordt op de markt gebracht onder de naam Peace Silk. Zie Zijde Nieuws.

Wist je dat er 350 zijde coconnen nodig zijn om een stropdas te maken?






Share this page: